De chirurg meldde meteen dat het resultaat niet gunstig was. Hij zei dat hij al contact had opgenomen met dr. An van de Velde en dat zij ons zou begeleiden in het 'traject' dat zou volgen. Op dat moment wordt je al lichtjes onwel. Maar meteen belde ik naar dr. Van de Velde.
Zij vroeg me naar het ziekenhuis in Lier te komen om te praten. Ik werd nog misselijker. Ben meteen vertrokken, de eerste tranen vloeiden.
In het ziekenhuis in Lier mocht ik meteen naar haar bureau, er kwam een sociaal verpleegkundige bij. En daar viel het verdict: Marie heeft lymfeklierkanker. De grond wordt onder je voeten weggetrokken, je beeft, je weent, je begrijpt er niets van. Marie is supergezond, ze mankeert niets, ze is sportief, eet supergezond, slaapt voldoende, moet niet tobben over zware dingen, leeft in een gezonde omgeving, in een liefdevol gezin, in een familie waar geen zever is, doet het goed op school, heeft eindelijk een fijne klas waar ze graag gezien wordt, heeft enkele heel goede vriendinnen. Alles zoals het hoort. Ze voelde zich niet moe, was niet misselijk, mankeerde letterlijk niets, buiten die éne klier sinds 3 weken. En toch: lymfeklierkanker.
Ik krijg gedurende 1,5u een uitleg, begripvol voor mijn emoties, waar ik alles en niets van hoor. We spreken af dat we morgen, zaterdag, terugkomen met Yvan en Marie. Dan zal ze alles opnieuw aan hen vertellen. De verpleegster begeleidt me tot op de parking, ik slaag er zelfs niet meer in mijn parkeerticketje in orde te krijgen.
Ik wil niet naar huis, daar zitten Marie, Tine en Tuur, ze weten van niets. Ik kan dit toch niet heel de namiddag verbergen. Ik stop onderweg en bel naar Evelyne, heel goede vriendin, en onze begeleidende huisarts. Ze werd al door dr. Vanklooster op de hoogte gebracht. We huilen samen, ze steunt me, ze gaat ons allemaal steunen, samen met onze vrienden, ik voel meteen de warmte, de troost, het medeleven met daarbovenop nog de wetenschap dat Evelyne in het bijzonder, ons nog extra zal kunnen ondersteunen met haar medische kennis.
Het wordt de verschrikkelijkste namiddag van mijn leven: ik kan Marie niet aankijken zonder haar te willen vastnemen, ik huil veel. Gelukkig denken mijn kinderen dan dat het slecht gaat met mijn vader, dat is de laatste maanden een normaal beeld voor hun geworden.
Ik slaag erin de kinderen nog een beetje te laten studeren en rond 18u vertrekken Marie en Tine met de fiets naar de scouts. Oef.
Rond 19u30 komt Yvan eindelijk thuis: hij had om 12u zijn allerlaatste examens in Utrecht. Ik dierf hem het nieuws niet per telefoon vertellen, dan zou hij nog 2u in shock moeten autorijden. Gelukkig zit Tuur achter een iPad met een koptelefoon op zijn hoofd.
Ik vertel hem het nieuws op onze slaapkamer, we worden samen zot van verdriet, we huilen in mekaars armen, we hebben zoveel vragen, hebben zoveel angsten. Ik ben al wat rustiger, ik weet het tenslotte 'al' 7 uur ondertussen.
We slagen erin de kinderen op tijd in bed te krijgen, ze moeten zaterdag zogezegd op tijd opstaan om te blokken. Marie weet dat we naar de dokter moeten maar haar frank valt niet.
De nacht is uiteraard een ramp.
We ontbijten met z'n vijven, en nadien vertrekken we met 3 naar het ziekenhuis in Lier.
Als ik aan de balie me niet meer kan inhouden, de tranen lopen over m'n wangen begint Marie iets door te hebben. We zetten ons nog even in een wachtzaaltje en vertellen haar het nieuws.
We huilen met 3. Ze begrijpt het niet, is bang, maar zelfs op dat moment al, vind ik dat ze heel rustig blijft.
Dr. Van de Velde doet het hele verhaal opnieuw. We worden ondergedompeld in een verhaal met beenmergpuncties, petscans, fertiliteitsklinieken, onderzoeken, uitslagen, protocols, kaalheid, ziekenhuisopnames bij koorts, annulaties van scoutskamp en familievakantie, psychologische begeleiding, lachgas, UZA, port à cath, chemo, 6 maanden, waarvan al een heleboel voor ons werd vastgelegd. De dokter concentreert zich op resultaten. Ze luistert naar onze vragen, neemt uitgebreid haar tijd, legt opnieuw uit want mijn hoofd wil wel maar kan niet meer nuchter denken sinds gisteren. Er zit een dichte wolk in mijn hoofd waar informatie maar moeilijk doorgeraakt. Er zit een opening in mijn borstkas daarentegen waar pijn en verdriet naar believen in kunnen vliegen...